Sneeuwklokjes en winterakonieten: prille voorjaarsboden op Bingerden

06 maart 2018
Sneeuwklokjes en winterakonieten: prille voorjaarsboden op Bingerden
Tuinbaas Jan de Boer 'kan sneeuwklokjes en winterakonieten de grond wel uitkijken.' Waarom hij zo enthousiast is over deze vroege voorjaarsbloeiers vertelt hij hier. 
 
Jan: 'Hoewel koning winter nog regeert en het ’s nachts nog vriest, maakt de natuur zich al op voor een nieuw seizoen. De donkere dagen zijn voorbij en binnenkort maakt de winter plaats voor licht, groei en bloei. Echte voorjaarsboden voor mij zijn dan de sneeuwklokjes en de winterakonieten, zij kondigen het nieuwe groeiseizoen aan. Ik kan ze de grond wel uitkijken!
 
Sneeuwklokjes op het 'Bergje'

Sneeuwklokjes

Het sneeuwklokje staat symbool voor hoop, ontwaken en lenteverwachting en is in Nederland sinds de achttiende eeuw ingeburgerd, waarschijnlijk zijn toen ook al de eerste sneeuwklokjes op Bingerden aangeplant. Ze hebben zich sindsdien enorm uitgebreid en vormen een mooi wit tapijt in het park en op het ‘Bergje’.
 
Vroeger waren er maar enkele soorten sneeuwklokjes maar inmiddels bestaan er tientallen verschillende soorten en er zijn meer dan 1500 cultivars bekend en komen er nog bijna dagelijks nieuwe bij. De laatste jaren is het verzamelen van verschillende soorten sneeuwklokjes een rage geworden. Jaarlijks vinden er daarom dan ook in binnen- en buitenland sneeuwklokjesevenementen plaats waar verzamelaars, ook wel galanthofielen genoemd elkaar ontmoeten. Er worden zelfs al sneeuwklokjes reizen naar Engeland georganiseerd. Zelf ben ik ook al aardig aangestoken door de sneeuwklokjesgekte en heb al een kleine collectie op Bingerden opgebouwd.
 
Tijdens de sneeuwklokjesdagen, die werden gehouden van 8 tot en met 10 februari op de Boschhoeve te Wolfheze, heb ik wat leuke soorten gekocht die inmiddels mooi staan te pronken op het ‘Bergje’. Ik heb gekozen voor sterke soorten die makkelijk zijn, zich snel vermeerderen, enkele die geurend zijn en ook passen in het landschap onder bladverliezende bomen en in het stinzenplantenmilieu op Bingerden.
 
Galanthus 'Flore Pleno'
Ik vind sneeuwklokjes indrukwekkend als ze over wat grotere oppervlakken massaal voorkomen. Als sneeuwklokjes zich op een plek thuis voelen, kan na enkele jaren een mooi wit tapijt ontstaan. Op het ‘Bergje’ ontstaat al een mooi tafereeltje met sneeuwklokjes op een lichte helling tussen de bomen en het  bruine gevallen blad. Het blad zorgt na verloop van tijd voor een mooie humuslaag waar de sneeuwklokjespollen zich in rap tempo vermenigvuldigen waardoor ze soms zelfs bovenop de losse grond komen te liggen. Ze rollen dan naar beneden en worden zo verspreid zonder tussenkomst van mij. 
 
Galanthus viridapice
Het gewone sneeuwklokje vermeerderd zich ook door zaad. In de natuur helpen mieren een handje bij het verspreiden van sneeuwklokjes. Aan het zaad zit een 'mierenbroodje': een wit, zoet uitgroeisel dat mieren graag aan hun larven voeren. Het zaad slepen ze dan een tijdje met zich mee en laten het ergens liggen. Soms vind je sneeuwklokjes tussen het grind of tegen een muur van het huis aan. Vaak zijn het dan de mieren die hier een zaadje hebben laten liggen.
 
Galanthus elwesii Sneeuwklokjes kunnen dichte pollen worden, wanneer ze een langere tijd gestaan hebben. Hierdoor verdringen de bolletjes elkaar en dat betekent dat de volgende bloei minder goed zal zijn. De pollen met sneeuwklokjes kun je dan het beste opnemen, scheuren en weer uitplanten. Dit kun je het beste doen direct na de bloei, we noemen dit ‘in the green’. Scheuren ‘in the green’ wordt veel gedaan en is gemakkelijk. Je ziet wat je doet en hebt onmiddellijk resultaat. Van Josephine Dekker, die al jaren sneeuwklokjes en historische narcissen kweekt kreeg ik het advies om een pol die ongeveer 30 bloemetjes telt, uit te planten. Bij gevuldbloemigen (G. ‘Flore pleno’) zijn dat ongeveer 20 bloemetjes en groenpunten (G. Viridapice) en grootbloemigen (G. elwesii) ongeveer 15 bloemetjes. Als je ze niet op tijd uitplant krijgen schimmels als botrytis (grijze pluizen) en fusarium kans.
 

Winterakonieten

De winterakoniet (Eranthis heyemalis) is een vroeg bloeiend bolgewasje, welke vaak net iets eerder bloeit dan het sneeuwklokje. Op zonnige dagen gaan de bloemen van de winterakoniet mooi openstaan en worden bezocht door bijen, hommels en andere insecten. Winterakonieten ontvouwen hun bloemen alleen bij mooi weer, bij koud donker weer sluiten de bloemen zich, want wat heb je aan een open bloem vol nectar wanneer er geen insecten zijn?
De winterakoniet heeft stengels met daarop één gele bloem, omringd door een krans van zes bladeren. Omdat dit kansje doet denken aan de kraag van een carnavalsvierder, wordt hij ook wel ‘carnavalszotteke’ genoemd.
 
De winterakoniet heeft een bijzondere manier gevonden om zijn zaden te verspreiden. Aan de zaden zit een zogenaamd ‘mierenbroodje’, dit is een vetlichaampjes waar mieren dol op zijn. Zij slepen een tijdje rond met deze vetlichaampjes en eten het vervolgens op. Het zaadje laten ze ergens liggen waardoor er een nieuw plantje kan kiemen, soms dus meters van de ‘moederplant’ af. Om de groepen winterakonieten snel groter te maken, verzamel ik het zaad als het rijp is en strooi dit uit op open, kalkrijke plekken in de schaduw. Ze houden wel van iets vochtige grond en op Bingerden doen ze het daarom ook erg goed in het gazon rond het voorplein. Vroeger stonden hier oude lindebomen maar die waren slecht en zijn gekapt. De winterakonieten zijn gebleven en staan er waarschijnlijk al ruim 100 jaar.
 
Het is inmiddels begin maart, het begin van de meteorologische lente maar het is nog volop winter. Met de strenge vorst en ijskoude wind van afgelopen week hebben de sneeuwklokjes en winterakonieten, die vol in bloei stonden, zich even teruggetrokken. Ik hoop dat de temperatuur gauw omhoog gaat en we kunnen genieten van een heerlijk voorjaarszonnetje en de prille voorjaarsboden.'
 
Tekst en fotografie: Jan de Boer