Steppenroller Baptisia

20 mei 2016
Steppenroller Baptisia
Coen Jansen van de gelijknamige kwekerij Coen Jansen Vaste Planten heeft een bijzondere plant in zijn collectie: Baptisia. Deze prairieplant lijkt wat op een lupine, maar heeft pluspunten. 
 
Baptisia of ‘False Indigo’; er is geen Nederlandse naam voor dit geslacht
vlinderbloemigen uit Noord-Amerika, al zien we soms wel de naam ‘Valse
Indigo’, niet erg fraai moet ik zeggen. ‘Redneck Lupins’ worden ze daar wel
genoemd, ook niet heel erg vleiend. Het zijn prairieplanten, en als er al één groep planten de laatste jaren populair geworden is, dan is het wel deze groep. Ga maar eens naar de Hermannshof in Weinheim, midden Duitsland, in de buurt van Darmstadt. Daar heeft Cassian Schmidt in een bestaand en vrij toegankelijk stadspark een verzameling prairietuinen aangelegd, die zijn gelijke niet kent.
 

Baptisia sphaerocarpa

Prairie nabootsen

We zien nu overal prairieplanten toegepast, vaak met het idee dat die geen onderhoud zouden vragen, maar dat loopt op een grote teleurstelling uit! Als we het echt goed willen doen, dan moet er na het planten een laag van tenminste 8 cm steenslag of lavasplit tussen de planten aangebracht worden: dat komt neer op bijna 1 m3 per 10 m2: als dat er ooit nog een keer uit moet… Ook grassen zaaien zich graag in deze laag uit, en natuurlijk altijd die soorten, die we er nauwelijks uit kunnen krijgen, zoals het beruchte handjesgras, Cynodon dactylon, dat een uitermate vasthoudend wortelgestel heeft, en daarom in de top 10 van de meest gevaarlijke en persistente onkruiden staat.
 

Steppenroller

Baptisia’s zijn dus ook prairieplanten uit de Verenigde Staten, die weliswaar verwant zijn aan de lupines en het relatief onbekende geslacht Thermopsis, maar Baptisia’s zijn veel eleganter, en wat nog veel belangrijker is; heel langlevend! Zijn lupines na een jaar of twee, drie wel uitgepraat, Baptisia’s gaan veel langer mee; ons grootste exemplaar Baptisia alba var. macrophylla staat al meer dan 20 jaar vast, en wordt daar meer dan 150 cm hoog en 100 cm breed. Na de eerste vorst in november worden blad en stelen helemaal zwart, en bij de eerste de beste najaarsstorm breekt het hele zaakje bij de grond af en blijft als een hulpeloze bos achter. We vinden die dan vaak ergens in de haag rond de kwekerij. In het wild worden de zaden op deze manier verspreid, het is een zogenaamde steppenroller.
 

Beste plek voor Baptisia

Alle Baptisia’s houden van een zeer zonnige plek, op goed gedraineerde grond, die in de winter vooral niet te nat mag worden. Nat veen en klei worden slecht verdragen. Arme zandgrond kunnen we verbeteren met een flinke bentoniet toegift, dit is een kleimineraal dat vaak als kattenbak vulling in de handel is.
 

Bloemkleuren

We houden van dit geslacht door zijn grote variatie aan bloemkleuren, van wit naar allerlei tinten geel, blauw, paars en zelfs roodbruin en bruin komt voor, maar dit is nog maar één aspect. Weinig planten zijn eigenlijk het hele seizoen mooi, en Baptisia’s zijn dat. Van het uit de grond komen met soms aspergeachtige donkere stelen in april, de bloei in mei en juni, en na de bloei blijft het een gezonde groene bos, tot aan de eerste vorst. Ze takelen niet af. Er is de laatste jaren veel gekruist en dat heeft geresulteerd in tientallen nieuwe selecties, vooral in de Verenigde Staten, maar ook hier in Nederland. Als u met één soort zou moeten beginnen, om te kijken of ze het ook in uw tuin zullen doen, begin dan met het “instapmodel”, Baptisia australis: indigoblauw in opstaande bloemtrossen, blauwgroen blad, een sterke langlevende plant, die zo’n 100 cm hoog wordt. Een trage starter, maar dat zijn ze eigenlijk allemaal wel. Hiervan bestaat ook een witte vorm, maar die vind ik wat minder mooi; hij heeft wel wat weg van een veredelde tuinboon. Daarnaast zien we nog een dwergvorm, die vaak slecht bloeit. Gaat dit allemaal goed, probeer dan ‘Purple Smoke’, lichtpaarsachtig met donkergrijze stelen, en ‘Carolina Moonlight’ in zwavelgeel. Beide zijn gemakkelijk groeiende en uiterst langlevende planten. Een bijzondere variant is ‘Chocolate Chip’, bruin met een smal geel randje. Moeilijker en traaggroeiend is Baptisia alba var. macrophylla, die in het late voorjaar met dikke aspergeachtige stelen uit de grond komt. Een grote struik met grijsgroen blad en met witte bloemen. Deze doet het lang niet altijd en overal, maar als hij het doet: prachtig! De recentere hybriden hebben heel andere kleuren:
  • ‘Cherries Jubilee’ hebben roodbruine bloemen met een gele rand;
  • ‘Lemon Meringue’ is bleekgeel;
  • ‘Grape Taffy’ is roodpaars.
Daarnaast hebben we hier zelf gevonden ‘Gold & Brown’ (foto bovenaan) in okergeel met lichtbruin, ‘Caramel’ in steenrood met een geel randje en een donkergele reus van bijna 150 cm hoog en breed. Het aantal cv’s neemt nog steeds toe en we zullen in de komende jaren nog veel verrassende kleuren zien! Bent u geïnteresseerd in een specifieke Baptisia, dan nemen wij natuurlijk graag een exemplaar voor u mee naar de Kwekerijdagen of kom langs op onze kwekerij. 
 
Volgende maand zal Jasper Helmantel van de Cruydt-Hoeck het stokje van mij overnemen en meer vertellen over wilde plantenzaden.
 

Contactgegevens

Ankummer Es 13a, 7722RD Dalfsen, www.coenjansenvasteplanten.nl, info@coenjansenvasteplanten.nl, 0529-434086.
 
Tekst en fotografie Coen Jansen. Foto bovenaan: Baptisia 'Gold & Brown', foto midden Baptisia sphaerocarpa en onderaan Baptisia 'Blue Wisteria'.